rare-jongens-die-britten.reismee.nl

Zwart-geel uit, altijd lastig

Half zes. De wekker? Nee, een aanval van de zwart-gelen. Wat blijkt? We hebben onze boot geparkeerd onder een tros wespen in een boom. Niet eerder opgevallen, natuurlijk, want die beesten houden ook nachtrust. En bij het krieken? Ja, dan gaan ze dus op pad. En omdat onze raampjes open staan, zijn wij een gemakkelijke prooi.

Ik lig nog heerlijk te slapen, overigens. Maar ontwaak als Mariella als een maniak glazen uit de keuken komt halen. Omdat ik ‘s morgens nog niet op m’n best ben, ben ik eerder geagiteerd, dan geïnteresseerd. Maar als dan om 7 uur de pomp weer aangaat, ja, dan moet ik toch maar actie ondernemen.

Al die tijd is Mariella bezig geweest te het vangen van wespen in glazen en iets van een deksel. Op dat moment is het besef van een nest nog niet doorgedrongen.

En ik maar loftuitingen doen op de omgeving van brug 70.

Om 7 uur is het crisisberaad, er blijven door openingen in de boog wespen zich naar binnen vechten waarvan er zelfs eentje het heeft gewaagd Mariella te steken. De crisis wordt opgelost door een vroege vaart. We gooien om 7.15 uur de trossen los nadat we net ervoor door onze buurman zijn gepasseerd. Die was ook vast bezig met de zwart-gelen.

Als we een paar minuten onderweg zijn, leeg ik een voor een de glazen, want doormaken? Nee, dat doen wij niet. Zelfs niet met wespen. Ik wens ze per wesp een behouden vaart, licht het dekseltje op het glas en ze zoemen erop los, op naar nieuwe avonturen.

Zo vroeg al varen, betekent ook vroeger op de bestemming aankomen. Om dat een beetje te temperen, gaan we liggen waar we eergisteren lagen (we waren immers gekeerd) voor een wesploos ontbijt. Ok, eentje komt ons even storen, maar die jaag ik door het raampje vort.

Het varen gaat daarna wat vlotter dan gewend, Hoewel we nog steeds niet weten welke kant op de stroming staat (!), denk ik stroom mee te hebben. Denken? Niet doen, voor je het weet zit er weer iets om de propeller en mag ik weer met de motor uit, het deksel eraf en met de arm in de vissenkom grijpen naar groen. Soms wier, soms gras, soms plastic. Alles houdt ons op, dus het moet weg.

Bij Tod’s brug zijn we weer waar we de dag voor gisteren waren. Mooi plekje. En we leggen aan. Omwille van onze vroegte, hebben we nog de halve middag en die gaan we besteden in Abergavenny. Dat is als je bij het Indiase restaurant bent nog een dik half uur verder langs een drukke A-weg. Rotonde over, voorrang krijgen, niet vergeten links/rechts te kijken in andere volgorde en dan lekker een lange, hoge trap op, dwars door een 19e eeuws Welsh arbeiderswijkje. Nou, daar word je vrolijk van!

Op goed geluk gaan we dwars door de wijk. Normaal gesproken is een kerktoren ons ijkpunt, maar dat ding blijkt hier niet boven de overige bebouwing uit te steken. Echter, hou ouder de huizen, hoe breder de straten en hoe drukker het wordt, hoe centraler we komen. Middenin de winkelstraat. We kopen er twee cocktails en een bruschetta op een terras, gaan ons te buiten (85 pence) aan een stokbrood voor bij de zelfgemaakte saté van vanavond en Mariellakoopt ook nog een jurkje.

Is dat dan alles? Geenszins! Omdat we best een lange terugtocht voor ons zien, besluiten we een taxi te nemen. Onze onderlinge gesprekken worden onmiddellijk herkend als Nederlands en ja, meneer heeft een oom die aan onze dijken heeft geklust. In Zeeland.

Terug bij de boot, is deze volkomen batterijloos. Terwijl we met de diesel toch een kleine vier uur hebben gevaren en daarmee ruimschoots alles zouden hebben moeten opgeladen. Niet dus. We zetten de motor weer aan en bellen de verhuurder. Ik leg mijn telefoon terzij en hoop dat hij terugbelt, ondanks dat ik heb aangegeven dat het niet urgent is. We hebben namelijk zelf eenhele verzameling kampeerlampen mee. Dus licht zat.

Na anderhalf uur begint onze achterkant ook weer lawaai te maken en witte rook uit te stoten. Dat wil zeggen, de boot. Een even verderop gelegen schipper helpt ons van het probleem af door aan te geven dat we af en toe de greasegun even moeten hanteren.

Net op het moment dat de rust is teruggekeerd, komen daar Rob en Olwen het jaagpad afgestruind..Zijnde de rechtmatige eigenaars van onze boot, thans verhuurders. Ze hadden gebeld, maar geen gehoor. Bleek dat ze Mariella hadden gebeld en haar ringtoon is wat ingetogen. Dus niks gehoord.

Geeft niks, want vanaf dit punt is het wellicht twee dagen varen, maar met de auto maar twintig minuten.

De hele boot wordt gecheckt en ze kunnen niks vinden. Wel wordt ons bilgpump-probleem afgedaan als ietsmet de kachel. Heeft dus niks te maken met een droogkokende pomp, maar met een kachel die zichzelf inschakelt. En ja, dat gebeurt dus elke ochtend om 7 uur. Aha!

Ons wordt toevertrouwd dat het heel goed is dat wel gebeld hebben en de troubleshootlijst keurig hebben gevolgd. Het was een risico de bilgepump uit te schakelen (in het ergste geval zinken, maar ja, waar hebben we het over: het is hier een meter diep), maar we deden het uit voorzichtigheid en dat wordt gewaardeerd.

Wat ook wordtgewaardeerd, was de zelfgemaakte saté. Recept is op te vragen, houd wel rekening met het feit dat de koelkast een dag naar knoflook ruikt.

En goed ook!

Reacties

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!