‘Welkome to the countryside’
Nee, aan Tom lag het niet. Aan ons ook niet. We geven gewoon Google de schuld. En alle mensen die we onderweg tegenkwamen die ons niet konden of wilden helpen. Of ons wel wilden helpen, maar hopeloos verdwaalden in hun eigen dorp.
Klokslag vijf voor twaalf gaat de bel, Daaris onze poezenoppas voor de komende vier weken. En wat is ze weer welkom, dankzij haar kunnen we de hele wereld over. En dat doen we ook, drie kwartier later zitten we in Hoek van Holland. Achter een kapotte Mercedes. Lullige plek om je auto stuk te laten gaan, net voordat je de boot naar Harwich op mag. Stranden met de haven in zicht. Letterlijk. Toch komt ook deze dieselverkwister de boot op. Geduwd of gereden, dat weten we niet.
De afgeladen auto zetten we keurig op dek 3. Nu is ‘ie nog schoon en redelijk fris. Vier weken toeren gaat z’n verwoestende werk wel doen met de geur van het interieur, wacht maar af. Zeker in zo’n nat land als Engeland. Mariella neemt de volle lift en ik de trap. Ik realiseer me op dat moment nog niet dat we op dek 9 moeten zijn, maar omdat er tussenliggend geen liften stoppen, heb ik weinig keus.
Waar we wel keuze in hadden, was of we een aparte lounge wilden betrekken voor 18 euro per persoon, of dat we op de vloer met de gillende kinderen 8 uur lang willen rondhangen. Gemakkelijke keuze, die 36 euro zetten we om in gratis appelsap en nootjes. En elk uur komt er iemand met drie strepen op z’n mouw ons vragen of het goed gaat en vertellen hoe laat we waarschijnlijk aankomen.
Het wordt kwart over twee, half drie, kwart voor drie en we liggen nog steeds vast. Er schijnt iets te zijn met de waterleiding. Geen water, niet varen. Dat is het devies. Koud noch warm. Dus acht man personeel gaat volgens de kapitein stevig aan de slag om deze ouwe schuit toch de haven uit te krijgen. Een uur te laat vertrekken we en dik drie kwartier te laat komen we aan. Ergens op de Noordzee heeft men nog een kwartiertje goed kunnen maken. Fijn zo.
Aan de douane ligt het ook niet. Die laten ons redelijk snel Engeland in, zelfs zo rap dat we op voorspraak van een oranje hesje gewoon tegen het verkeer in naar de paspoortcontroeholkjes mogen. En daarna langs de plek waar binnenkanten van auto’s worden gecontroleerd. Wij niet. Wij gaan een half uurtje links rijden.
Denken we.
Dat wordt ruim een uur. Naar Colchester gaat het goed. Eitje. Dan is het ook nog tegen schemering, dus is het zicht nog optimaal. Voorbij Colchester, wordt het lastiger. We zoeken de A134, die we snel vinden, naar Lavenham. Maar daar moeten we niet zijn, wel in de buurt. Maar waar in de buurt? Daar helpt het bolletje van Google dan bij. Tik in hotel Rectory Manon en je kan niet mis gaan.
Denken we.
We komen uit op een doodlopende weg, langs een golfbaan met drie hupsende konijntjes. We rijden door, maar voelen nattigheid. Hier kan het niet zijn. We zien een gebouw met veel licht en Mariella gaat eens informeren. Of het hier is. Niet heel sjiek, terwijl dat het wel moet zijn, maar vooruit, we willen er zijn.
Het blijkt een woonhuis waarvan de voordeur gewoon van het slot is. Men heeft geen idee waar de Manon is. Dus ik ga bellen. Schijnt dat we toch echt in de buurt zijn,volgens Tom. We moeten niet in Newton zijn (dank je wel Google), maar in Great Waldingfield. Vijf minuutjes rijden.
Maar dan moet je wel de goede kant op. Keren en tien minuten rijden. En dan zijn we in Waldingfield. Bij The White Horse. We bellen nogmaals en Tom zegt: ‘Na de garage rechtsaf’.We zien geen garage. Wel het einde van het dorp. Dus wij terug naar The White Horse, daar weet men vast wel waar The Manor is.
Geen flauw idee. Maar we moeten maar gewoon op zoek naar die garage en dan rechts. Op een gegeven moment zien we iets met rolluiken, nemen aan dat het een garage is en willen rechts. Dat is een woonhuis. Ernaast is ook een woonhuis. En daarnaast ook. Dan krijgen we een tijd gras met een muurtje en dan, ja dan is er die weg. En de kerk. Zijn we er dan?
Nee.
We moeten ‘around the church,’ maar dat is ook weer een woonhuis. Dus we stappen maar eens uit. Blijkt dat er 25 meter verderop een bord staat met.... Rectory Manor.
We zijn inmiddels anderhalf uur later dan de inchecktijd, maar oh, oh, wat is Tom blij dat we er zijn. En geen enkel probleem dat hij zo lang op ons moest wachten. Hij is gewoon blij dat we er zijn. Echt blij. En laat ons de kamer zien. Dan worden wij ook plots blij, want het is een topkamer (5*****)in een 700 jaar oud landhuis, met uitzicht over een enorm grasveld. Denken we.
Want het is donker. ’Welcome in the countryside’,’ zegt Tom.
Reacties
Reacties
En toen, en toen??
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}