Knopen tellen
Llangattock, zo tegen achten in de ochtend. Tijd om wakker te worden, maar nog geen tijd om op te staan. Vanuit mijn kajuit zie ik de eerste boten alweer langsvaren. Eerst wat klotsend water, dan een tijd lang zijkant met ruitjes, dan pratende/groetende mensen en dan het pruttelen van een dieselmotor.
Dat is je ware leven, lekker op een boot de hele dag in de dieseldampen staan. Doen wij ook!
Maar eerst naar het plaatsje. Direct na het verlaten van het jaagpad via de brug, valt ons op hoe hoog het kanaal ligt ten opzichte van alles. Plaatsjes liggen beduidend lager. Dat is heen niet zo erg, we dalen af. Terug echter, is het een forse klim tegen het asfalt op. Voor straks dan, want we gaan eerst de hoofdstraat van het dorpje afkeuren, de afstand naar Crickhowell te ver vinden en dan maar koffie drinken in de Rectory. Fijn hotel, lijkt ons. Maar niet nodig, we hebben een boot.
Terug missen we de auto. De klim is inderdaad wat we vreesden.
En dan is het een kwestie van de procedure volgen,. Motor starten, voortouw los, duwtje geven, achterbouw los en niet vergeten aan boord te springen.
En daar gaan we, met vier kilometer per uur. Alle hardlopers en fietsers halen ons in en menig wandelaar, met of zonder hond. We gaan dus niet zo snel, hoe snel? Geen idee, de motorklok geeft alleen toeren en daar kun je niet zo veel mee.
Dus we toeren wat door het lommerrijke landschap, zien af en toe een heuvel en vooral heel veel water. Omdat Mariella bewezen heeft beter te kunnen varen dan ik, zit ik meestal op de voorplecht om in het geval dat de kant te dichtbij komt, deze af te duwen. Dat is soms nodig. Sowieso hebben we niet voor niets een botsneus van gevlochten touw om ons te behoeden voor het invullen van schadeformulieren.
Daar zijn we de enigen niet in, want als we ‘s middags aanleggen en aangelegd liggen te wezen, komen de buren van deze avond ons begroeten door hun zijkant in de onze te zetten. Ook ahoy! We kijken even op van ons yathzeeen, zeggen gedag en gaan gewoon verder met dobbelen.
Ergens tussen de middag meren we aan in een plaatsje, waarvan wordt gezegd dat er een pub ligt. Dat klinkt als lunch, maar is het niet. Ze gaan om 4 uur open op dinsdag en hebben dan geen ‘food’. Tegenvaller. Met een knorrende maag verder, gelukkig weten we dat we op weg zijn naar ee Indiaas restaurant bij Tod’s Bridge. Tenzij???
Onderweg er naartoe raken we wel even onze snelheid kwijt. Bij brug 97 gaat de boot ook bij een dot gas niet vooruit. Nou ja, een beetje. Een grasspriet of zes per minuut. Dat kan niet de bedoeling wezen. Maar waar komt het door? Meer gas geven, geeft alleen maar meer lawaai en meer dieselstank. Ik kijk over de rand naar achteren en tref wat groene slierten aan. Zou onze propeller wellicht omgeven zijn met wier? We hebben van de eigenaar van de boot een korte tocht gehad en hij heeft ons een doos gewezen bij de motor die we alleen open mogen draaien als de motor uit is en volgens Mariella zit daar de propeller in. Ik draai de buis eraf, til het luikje open, zie een klots water en steek mijn arm erin. En inderdaad, ik voel een buis en wat bladen waaromheen begroeiing heeft plaatsgevonden. Met wat moeite wurm ik het los en we kunnen weer verder.
Er is schijnbaar pas gemaaid, want tot Tod’s Bridge blijven de prestaties achter bij wat we gewend zijn. Of is het suggestie?
Eerst maar een lekkere tandoori.
Reacties
Reacties
Ship ahoy! Veel plezier.
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}