Neus in de boter
Alles wat we op de heenweg tegenkwamen, zijn nu ijkpunten voor de terugweg. De bruggen, de havens, de stadjes, de snelweg die we een keer kruisen. Soms is dat een feest van herkenning, zoals een bijzondere boom of een mooi stuk groen waar we doorheen varen. Soms ook is het herkenning van minder allure.
Zo is er een haven halverwege de route waar veel troep drijft. Dat zorgt ervoor dat ik weer geregeld in het aquarium mag gaan wroeten om het omwoelsel te verwijderen. Omdat ik een keer ben misgesprongen bij het aanleggen en in een doornenstruik terechtkwam die mijn grijphand heeft verwond (‘just a minor fleshwound’ - c.q. wat doornkrassen), ben ik alert op het goed schoonmaken met betadine. Of het echt helpt, het zal wel suggestie zijn, maar voor de gemoedsrust wel zo fijn.Heel fris kan zo’n kanaal nou ook weer niet zijn,
Waarom de haven de aangroeisels niet even keurig weghaalt zoals elders wel gebeurt, is een raadsel. Boten die duidelijk de haven dit jaar niet hebben verlaten zijn zelfsvolledig ingesloten met wier.
Wat verder opvalt, is dat we handiger worden met het varen met de boot, maar soms ook wat gemakzuchtig. Geen van de eerdere dagen hebben we zoveel brugkanten geraakt als vandaag, waarbij Mariella wint op punten.
Voordeel van dezelfde weg terug daarnaast, is dat we precies weten waar we willen aanleggen. Ditmaal bij brug 116, zijnde het dorpje waar The Rectory Hotel ligt. Daar willen we vanavond eten. Maar voor het zover is, gaan we voor anker. In de verzengende hitte, want in Nederland is weliswaar het hitteplan in werking getreden, maar in Wales is daar geen sprake van. Misschien is dat ook niet nodig met 25 graden (en of het in Nederland met 30 wel nodig is? Ach), maar warm is het wel. De inspanning, hè? De inspanning!
Tijdens onze rustpauze aan de boorden van het kanaal komen er twee fietsers langs die ons vragen of we wellicht een fietspomp hebben. Nee, wellicht niet. Wel een bilgepump, maar die past niet op het ventiel. Britse maatvoering. Vast.
Beneden ons ligt het dorpje en direct aan de weg er naartoe The Rectory. Dat horen we al van een afstandje, want het is er niet zoals afgelopen dinsdag. Toen was het er muisstil. Nu klinkt er gezang. Lallend gezang. Er is en trouwerij gaande en wij vallen er met onze dinerwens middenin.
Waar we ook middenin vallen, is een scène uit Midsomer murders. Daarin komt Barnaby of zijn vrouw altijd net op tijd ergens op een feestje om een moord gepleegd te zien worden. Wat wij te zien krijgen is precies dat (uitgezonderd de moord, blijkt, maar we zijn voortijdig weer vertrokken). En na exact negentig minuten heeft hij de moordenaar te pakken. Appeltje/eitje.
In Midsomer, het gevaarlijkste graafschap van Groot-Brittannië, gebeurt altijd wat in een soortgelijke setting. Je moet je voorstellen dat wij aan een picknicktafel voor The Rectory zitten op een groot rond grasveld. Om ons heen allemaal lege tafels. We gaan zitten en bestellen vast wat te drinken.
Er komen taxibusjes aan waar posh-geklede figuren uitkomen met te veel tatoeages en te luide stemmen. Saillant is het busje dat we heel even zien, en er ongeveer tien minuten over doet om te starten. En maar starten. Het geluid van een doorgedraaide startmotor blijft maar klinken. Tot ‘ie uiteindelijk wegrijdt.
Alles is keurig geregisseerd. Net als op tv.
Steeds meer mensen arriveren op het feest en van hen die al op het feest zijn, komen er steeds meer naar buiten om van de voortuin te genieten van drank en veel drank. Voor ons spelen zich nogal wat mooie scenes af waarbij we zelf het verhaal kunnen construeren. De ene jurk op hakken heeft nog meer moeite met door het gras schrijden dan de ander. Onze verbazing kent geen grenzen.
Alles nog steeds in de Midsomer murdersetting.
We zien iemand die we vergelijken met de zanger van Madness (qua kleding) die nooit de feestzaal heeft betreden, hij blijft maar hangen op het veld. Een positie die ik zelf maar al te goed herken. Ben ook niet zo van dit soort partijtjes. Zijn baggy trousers vallen op,.
De bruid herkennen we aan de keurige witte jurk en het feit dat ze alle tafeltjes afgaat, daarbij onze overigens overslaand. En terecht. De bruidegom hebben we nooit kunnen herkennen. Wel de in eigele jurkjes gestoken bruidsmeisjes. Die zijn al van hogere leeftijd, de bovenarmen zijn vergeven van de inktpatronen die al beginnen te vervagen.
De in hawaiishirt gestoken feestgast waarvanhet patroon van zijn hemd naadloos overgaat in zijn tattoos die tot in de haarrand zichtbaar zijn, spant echter de kroon. Qua inkt. Een plaatje.
Naarmate ons eten vordert, vordert ook het feest en het wordt steeds luidruchtiger. Er is altijd wel iemand met een schelle, irritante lach. Nou, hier ook. En hoe. Het stucwerk laat los van de muren, zo schel. Het gras verkleurt spontaan, zo hard.
Het wachten voor ons is echt op het moment waar het in Midsomer altijd om draait. Dan gaat er een deur open van een balkon. Strompelt iemand naar de rand en valt met veel aplomb over de rand. En blijkt vergiftigd. Ja, zo gaat dat in Midsomer. En Barnaby lost dat dan keurig weer op.
Maar net voordat we denken dat dat gaat gebeuren - want de helft van de gasten staat nog op het grasveld en de andere helft staat op eenhoog onder een discobal, dus is dit het moment - gaan we afrekenen. En weg.Het bleef nog lang onrustig in het dal.
Misschien gaan we wel iets te vaak naar het theater.
Reacties
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}